Naaitechnieken

Bij de vakopleidingen tot costumière of kleermaker in het damesmodevak moeten veel technieken worden aangeleerd. Voordat een techniek in een kledingstuk wordt toegepast wordt deze - om te oefenen - eerst gemaakt uit een restje stof of een coupon. De uitvoering van een techniek moet voldoen aan de exameneisen die gesteld worden door het Landelijk Platform Modevakonderwijs.

Het maken van alleen een techniek heeft meerdere voordelen: er wordt zelfvertrouwen opgebouwd, als de techniek mislukt wordt er slechts een klein stukje stof weggegooid en alle technieken worden bewaard als naslagwerk. Wanneer technieken direct in kledingstukken worden geoefend, dan gaan ze verloren wanneer het kledingstuk is afgedragen.

Hieronder ziet u hoe de diverse technieken moeten worden uitgevoerd.

De Blik op Stof

Wat weet u van de materialen die u gebruikt bij het maken van uw kleding? Hebt u wel eens een stof bekeken onder een garenloepje? Zo niet, bekijk dan hieronder enkele detailfoto’s van stofstalen en ervaar hoe mooi een stof kan zijn in detail.

Stoffen kennen, dus herkennen en toepassen is onderdeel van een opleiding tot costumière, coupeuse/kleermaker. Helaas komt dit onderwerp vaak nauwelijks aan de orde. Veel docenten zijn van mening zijn dat het een weinig inspirerend onderwerp is.
Ieder die met materialen werkt heeft in wezen - een vaak sluimerende - belangstelling voor die materialen. Soms moet die belangstelling gewekt worden. Zo heeft iemand die kleding maakt - bewust of onbewust - belangstelling voor stoffen.

Meer kennis kan op aantrekkelijke manier worden opgedaan met behulp van een werkboek het “Alledaags Textiel”, uitgegeven door het Landelijk Platform Modevakonderwijs. Dit werkboek, met garenloep, omvat een bescheiden hoeveelheid theorie - voor velen weinig aantrekkelijk - en 66 stofstalen met analyses om te voelen, te bekijken en zelf te controleren met brandproef en garenonderzoek. Het is een zeer plezierig “doe-boek”.

Herenkleding

Herenkleding maken is een vak apart. Vooral het colbert vraagt extra aandacht omdat het -in tegenstelling tot het damescolbert- veel vaker gedragen wordt. Het moet dan ook voldoen aan zwaardere eisen. Om een colbert zijn goede pasvorm te laten behouden is een speciale toepassing van binnenwerk noodzakelijk. Het bewerken van een colbert vraagt veel tijd. Om aan herenwerk te beginnen is ruime ervaring nodig in het maken van dameskleding.
In de voorbeelden ziet u:
- Een pantalon op ruit genaaid met gepaspoileerde achterzakken en verlegde naadzakken in het voorpand
- Een gevoerd vest met daarin met de hand geborduurde kleermakers knoopsgaten en een stoffen rughalsbeleg
- Een colbert met “los binnenwerk” in de pas. De rijgdraden houden het binnenwerk op zijn plaats totdat het colbert klaar is.

Dameskleding

Om uit te proberen of een zelf ontwikkeld patroon tot het gewenste resultaat leidt is een paspopje op halve schaal onontbeerlijk. Papier is geduldig, alles is erop te tekenen, of uitvoering mogelijk is moet vaak blijken. Ook hiervoor wordt slechts een bescheiden hoeveelheid stof gebruikt. Er kan zelfs een inferieure kwaliteit stof worden gebruikt, zolang de eigenschappen ervan vergelijkbaar zijn aan die van de te gebruiken stof op ware grootte.
Het damescolbert is gemaakt uit zuiver wollen mohair bouclé, heeft een staand boordje tot naast midden voor en een ondiepe v-hals.
De aubergine combinatie is gemaakt uit een zijden stretch crêpe, een zeer lastige stof om te naaien, maar heel prettig in het dragen.

(Kies links uw onderwerp)

(Voor foto's met toelichting)